Elke dag gedichtendag

Ik ben al een paar jaar geabonneerd op dagelijkse gedichten. Eerst was er Laurens Jz. Coster, daarna nam ik er ook nog Zichtbaar Alleen bij. Ik lees de gedichten elke dag. Als het een gedicht is dat me weinig of niets doet, laat ik het passeren. Gedichten die me raken of inspireren klasseer ik in een map. Door dagelijks gedichten te lezen ontwikkel ik een eigen smaak. Het is met gedichten een beetje zoals met eten: sommige dingen moet je leren eten. Als kind had ik een afschuw van witloof, nu ben ik er gek van.

Dat zegt ook Ellen Deckwitz in een van haar boekjes over poëzie: Olijven moet je leren lezen. Diezelfde Ellen leest nu ook elke werkdag een gedicht voor in een podcast. Ze geeft er een korte uitleg bij en het is heerlijk om er de dag mee te beginnen.

Lezen geeft mij ook zin om te schrijven. Experimenteren met taal houdt mij alert. Voor wie het ook wil proberen post ik af en toe een eenvoudige poëzieopdracht op mijn blog Het geluk van de schrijver. Hieronder de oefening die ik maakte naar aanleiding van de laatste opdracht.

Nu nog een cursus reïncarneren

nooit houdt het op, het wordt erger 
met de jaren dat botsen op onwetendheid 
en onkundig zijn, ook al ben ik nu bedreven 
in het trekken van bouillon, vijf noten blokfluit 
spelen (do tot sol), Yoruba converseren, het woord 
enjambement uitspreken, pivoteren in excell, brood bakken 
zonder kneden, neen zeggen (nog maar en beetje) 
sjaals en mutsen breien, insulinespuitjes geven 
aan de kat, uit een zaadje tien kilo tomaten 
kweken, tijd winnen en nog meer verliezen 
interesse veinzen, pepermolens repareren 
of een egel tekenen, mijn curriculum blijft 
veel te mager voor dit leven

Ik lees. Wat lees jij?

Een campagne van de Turnhoutse bibliotheek, waar Hadjira Hussain Khan, beloftevolle dichter en journalist, mijn roman Colombe aanraadt. Dank je wel, Hadjira!

Een lezer signaleerde me dat sinds de sluiting van uitgeverij/boekhandel Kartonnen Dozen het boek nog moeilijk te verkrijgen is. Gelukkig heb ik zelf nog een voorraadje. Wie dat wil, kan het boek rechtstreeks bij mij bestellen. Stuur een mailtje naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.

Proust

Zo trots op mijn zus, Elisabeth.

Op zondag 20 november wordt haar gedicht The Man Who Remembered in een programma over Proust op de BBC gelezen.

Hieronder het originele gedicht en de vertaling die we samen maakten.

The Man Who Remembered

I imagine Marcel on one of his nighttime excursions
to some den of iniquity or other, swathed in coats and
blankets, eating mashed potatoes in the back of the car.

The boy in the brothel is pale and slim, or tan and muscled
The man looks, but does not touch, just fumbles under the sheet.
Who knows, perhaps he remembers a girl from his youth?

His driver, once a lover, takes him back to where he belongs,
to the cork-lined sickroom strewn with manuscripts and proofs
where he swallows some pills that will keep him awake until dawn.

Minutely he reconstructs moment after moment,
smell and emotion, heartbeat by heartbeat,
thought by thought, into a brilliant mosaic
of fallen petals, depicting a past that is not his own.

Elisabeth Khan

Marcel

Ik stel me hem voor op een van zijn nachtelijke ritten, op weg
naar een of ander oord van verderf, gewikkeld in jassen en
dekens op de achterbank, een bord aardappelpuree op schoot.

De jongen in het bordeel is bleek en slank, of bruin en gespierd.
De man kijkt, raakt niet aan, roert zich slechts onder het laken.
Zou het kunnen dat hij terugdenkt aan een meisje uit zijn jeugd?

De chauffeur, gewezen minnaar, brengt hem waar hij thuishoort,
naar de ziekenkamer bekleed met kurk, vol manuscripten en proeven,
waar hij pillen slikt die hem tot de ochtend schrijvend houden.

Minutieus zet hij ogenblik na ogenblik in scène, elke
geur en gewaarwording, hartslag na hartslag, gedachte
na gedachte, in een schitterende mozaïek van gevallen
bloemblaadjes die een verleden belichten dat niet van hem is.

Elisabeth Khan/Christine Van den Hove

PS Voor wie het programma wil herbeluisteren: het gedicht begint op minuut 49.

Boekvoorstelling II

Een weekje na Ninove, volgt een presentatie in de kunstacademie van Geraardsbergen.

Ook Geraardsbergen komt voor in mijn roman. Bovendien ontmoette ik daar in 2012 een man die in de jaren vijftig leerjongen was bij mijn grootvader, de toenmalige stationschef van Zandbergen. Hij vertelde mij de stationscène en die scène hielp me op dreef met het schrijven van de uiteindelijke versie van Het huwelijk.

Een aantal leerlingen van het domein Woord van de kunstacademie zullen fragmenten uit Het huwelijk voordragen.

Hartelijk dank aan Kristien Van Damme en Lut Verstappen om deze extra presentatie mogelijk te maken.

Gemeentearbeid

vandaag ga ik langzaam
lavendelen en irissen irissen

hier ligt Colombe mijn duifje
oermoeder zielezuster kind

ik snoeischaar haar minuscule rozen
en schik groenemarijn rond haar kruin

asters ruiken de herfst al
er is nog een zomer te gaan

laten we vloeien
de akker bevloeien

er is nog een zomer te gaan

Top honderd

Met deze gedichten haalde ik de top honderd van de Gedichtenwedstrijd.
Ruth Lasters won de wedstrijd met het gedicht Abrikozen.

Fietsen in de stad

Hoe is het met je vader?
roept Rita vanaf de overkant.

Voor haar springt het licht
op rood, voor mij op groen.

Hij is dood, roep ik terug
en trap zo hard ik kan. 
Buurman

Hoe is het met je moeder, vraagt mijnheer Y.
Ze is overleden, zeg ik, nu bijna drie jaar geleden.

De verbazing van een honderdjarige.
Zijn handen omklemmen het hek tussen ons.

De tijd gaat snel, vergoelijk ik.
Voor jou ook? vraagt hij.

Aan zijn vingers glanst bloed in de najaarszon.

Bent u aan het slachten? vraag ik.
Duifjes, zegt hij, we hebben er te veel. 

Hij haast zich moeizaam naar het tuinhuis 
komt terug met lichtjes in de ogen.

Uit beleefdheid neem ik het lauwe lijfje aan.
Het past precies in mijn hand.

Online poëzie-atelier: Samen dichten

Samen dichten werkt. Ik heb het al een paar keer mogen meemaken. Samen even alles vergeten en focussen op woorden, klank, ritme en betekenis, het is een wonderlijk spel.

Woensdag 9 februari en woensdag 23 februari doen we het nog een keer: aan de hand van associatie-opdrachten komen we tot een aanzet van een gedicht. Die aanzet of de eerste ‘slechte’ versie van het gedicht mag twee weken rijpen. Tijdens de tweede sessie onderzoeken we technieken om tot een betere versie te komen.

We werken samen in Zoom, van 19.30u tot 21.00u. De groep bestaat uit maximum 6 deelnemers, er is nog plaats.

Als je zin hebt om mee te doen, laat dan een reactie hieronder of stuur mij een e-mail via mijn website.

Wij zouden naar Japan gaan

In een andere eeuw en in de furie 
van het verliefd worden 
maakten we dure plannen.
 
Deze dagen begaan Japanse ouderen 
lichte vergrijpen zoals winkeldiefstal
in de hoop gevangen te worden gezet. 
Ze verkiezen de schone cellen 
en de regelmaat binnen de muren
boven een arm en eenzaam leven.
 
Als er nu geen pandemie was
zou ik naar Japan reizen
en er kleine misdaden plegen.
Opgesloten zou ik regelmatig leven
en gedichten schrijven 
over vervallen dromen.

Proeven van Het huwelijk

Op 19 januari verschijnt mijn tweede roman, Het huwelijk, bij de Wereldbibliotheek.

Het is een kleine roman over gewone mensen die verlangen naar een comfortabel bestaan, maar die binnen het huwelijk, het instituut dat in de twintigste eeuw de norm is, niet om hun individuele behoeften en verlangens heen kunnen.

Gaspard en Justine, en een aantal mensen uit hun omgeving, vertellen zelf het verhaal in het ‘schoon Vlaams’, een versie van de Oost-Vlaamse taal waarin ik ben opgegroeid.

Hier is alvast een blik op de eerste pagina van de proefdruk: Leonie, de oudere zus van Justine, maakt zich zorgen. Op mijn website kunnen jullie een deel van het eerste hoofdstuk en van het laatste hoofdstuk beluisteren.

Meer over het verschijnen van het huwelijk op Can Xatard.