Ik heb zijn staart gezien, lang en pluizig een stuk van zijn lijf, kort in de vlucht. Nu houdt hij zich stil op de helling beloert mijn doen en laten en in de verte iets wat roert. Arm zwak dier, moet hij wel denken alleen maar rechtop kunnen lopen weinig zien, slecht horen, matig ruiken en altijd waarneembaar als het beweegt.
Categorie: Dieren
De redding
(Niet voor gevoelige lezers)
Een muis vond een toegang tot het huis. De kat zag haar het eerst. De vrouw hoorde het geroffel en de onrust van de kat. In de badkamer, achter een kastje, schuilde de muis voor de klauwende poot van de kat. Die kon er niet bij, de vrouw wel, maar ze durfde de muis niet met de blote hand te grijpen. Lang geleden was ze al een keer gebeten door een muis en ze vroeg zich af of muizenbeten giftig waren, en of ze bereid was zich opnieuw te laten bijten om de muis te redden van de kat. Daar zaten ze, de muis achter het kastje, de kat ervoor, de vrouw op haar knieën op de koude vloer. Er kwam een bezem bij te pas. De muis maakte een sprongetje en schoot de woonkamer in. Nu miauwde de kat klaaglijk bij de boekenkast, de vrouw lag op haar buik voor de sofa en de muis hield zich stil. Toen wilde de vrouw gaan slapen en ze zette de opgewonden kat buiten. De muis bleef stil. Een tijdje toch. Rond vier uur hoorde de vrouw gescharrel in de woonkamer. Ze stond op en ging kijken, het kwam van de papiermand. Ze bracht de mand naar buiten, liet de kat weer binnen en ging terug naar bed. De kat kwam op haar liggen, begon genoeglijk te dabben en dacht al lang niet meer aan de muis. De vrouw wel. Om halfzes, toen het licht werd, stond ze op. Voorzichtig, om de kat niet te wekken, duwde ze de klink van de keukendeur omlaag en ging op blote voeten naar buiten. In de mand zat enkel nog papier. Wat verder stond een emmer water. Daarin dreef ze, de snuit in de diepte, de staart omhoog.
Mus
Wat lig jij hier op straat
Wat is jou overkomen
Mijn schaapje mijn haasje
Kom hier ik neem je mee
Ik geef je water
Pluk wormpjes
Uit de wond
Zoek een doosje
En een koele plek
…
In het donker
Ben je weggegaan
De oogjes toe het lijfje stijf
Eeuwig spijt
Dat ik niet bij je was
Toen je uit de kamer vloog
Maak plaats
Geef dit gevoel een stoel
Vraag het aan tafel
Laat het spreken of zwijgen
Of geef het pen en papier
Kijk samen door het raam
Naar de mezen en het zwartkopje
En heb je de specht al gezien?
Heb je gezien hoe gedreven?
Laat het bestaan
Laat het blijven
Tot het uit eigen beweging
In volkomen vrede
Weg zal gaan